Anthracnose

Anthracnose tast grasplanten aan (normaal gesproken alleen Poa annua) wanneer ze last hebben van omgevingsstress.
De ziekte wordt veroorzaakt door een voedingsstoffentekort en inklinking, wat de groeikracht van het gras vermindert.
Als de ziekte het stadium van basale rot heeft bereikt, verandert het doel van de behandeling met fungiciden van bestrijding in voorkomen van verdere aantasting.

Maatregelen

Dien aan het einde van het groeiseizoen voldoende voedingsstoffen toe.
Gebruik laat in het seizoen een langzaamwerkende meststof om te zorgen dat er voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn in de bodem om een gezonde grasmat te bevorderen.
Maai het gras niet te kort.
Beperk mechanische teelttechnieken tijdens periodes van stress. Belucht de bodem om inklinking tegen te gaan en het zuurstofgehalte te verbeteren. Beperk de hoeveelheid Poa annua in de grasmat.
Kies bij het doorzaaien voor minder gevoelige rassen.
Irrigeer 's ochtends vroeg om te voorkomen dat het gras 's nachts lang nat blijft. Gebruik een goed penetrerende wetting agent om te zorgen dat het water de bodem in kan dringen en het oppervlak droog blijft.
Gebruik fungiciden als onderdeel van uw IPM-programma. Wees u er daarbij wel van bewust dat u het risico loopt resistentie tegen een hele groep chemische middelen te veroorzaken door regelmatig gebruik van fungiciden.