Ziekten en plagen: Mos

16 november 2020
  • Whastsapp

Vroeg of laat krijgen hoveniers te maken met mos. De aanwezigheid van mos duidt meestal op een verzwakking van de grasmat veroorzaakt door een onderliggend probleem. Identificatie en bestrijding van het probleem is doorgaans voldoende om het gras weer sterk te maken en de groei van mos onder controle te houden.

Wat is mos?
Er bestaan vele mossoorten wereldwijd en ze kunnen onder zeer diverse omstandigheden groeien. Mossen zijn niet-bloeiende planten die gewoonlijk niet hoger worden dan 25 mm. Ze zijn zacht en vlezig van structuur, hebben een dunne stengel en minuscule bruine of groene bladeren.

Van de vele mossoorten zijn er drie die veel in gras voorkomen.

  • Vedermossen zien er meestal uit als sporen. Hypnum en Eurhynchium bijvoorbeeld, zijn mossen die vooral voorkomen in minder intensief onderhouden gras, vaak op plekken waar te veel vocht is door een overvloed aan organisch materiaal.
  • Matvormende of in bosjes groeiende mossen komen meestal voor op een zure bodem. Voorbeelden hiervan zijn Ceratodon en Bryum Deze mossoorten groeien dicht op elkaar en vormen zo een soort “tapijt” of “kussen”. Ceratodon purpureus, beter bekend als wintermos, koloniseert het gras in de herfst wanneer de grasmat zwakker is, en verdwijnt weer in de lente als de groei van het gras weer toeneemt.
  • Rechtopstaande mossen zoals haarmos (Polytrichum) groeien vooral op droge en onvruchtbare bodems, zoals op het zuiden gerichte ophogingen en zandgronden.

 

Factoren die de groei van mossen beïnvloeden
Factoren die de groei van mossen in gras beïnvloeden, zijn:

  • Zuurgraad: veel mossen kunnen beter tegen een zure bodem dan de meeste grassen. Zodra de pH van de bodem onder de 4 komt, wordt de grasmat zwakker en dunner waardoor mossen en onkruid de kans krijgen zich te ontwikkelen.
  • Schaduw: bijvoorbeeld van nabije begroeiing of gebouwen. Schaduw vermindert de fotosynthese in het gras waardoor het minder goed groeit. Daarnaast kan schaduw een hogere vochtigheid veroorzaken doordat er minder luchtcirculatie is of minder warmte van de zon. Nabij groeiende bomen kunnen ook juist een droge bodem veroorzaken doordat ze het vocht uit de bodem opnemen. In beide gevallen wordt het probleem verergerd, waardoor de omstandigheden nog gunstiger worden voor mossen.
  • Natte bodem: vocht veroorzaakt door diverse factoren zoals een slechte afwatering, overtollig organisch materiaal, te weinig ventilatie (bodemverdichting), overbewatering (irrigatie) en schaduw.
  • Lage vruchtbaarheid: kan eenvoudigweg het gevolg zijn van te weinig bemesting waardoor de grasmat zwakker wordt. Dit komt vaker voor in zandbodems doordat voedingsstoffen makkelijker verloren gaan door uitspoeling.
  • Grasmaaien: het te kort maaien van de grasmat, vooral bij een oneffen oppervlak, waardoor er kale plekken kunnen ontstaan. Door maaiafval niet te verwijderen (ophoping organisch materiaal), kunnen er vochtproblemen ontstaan.

 

Toptips om mossen onder controle te houden
Het algemene onderhoud van het gazon moet erop gericht zijn om ideale omstandigheden te creëren voor de groei van een gezonde grasmat en beschadiging van het gras zoveel mogelijk te beperken.

  • Identificeer onderliggende problemen die een verzwakking van de grasmat veroorzaken waardoor mossen de kans krijgen zich te ontwikkelen.
  • Zorg bij een natte bodem voor extra verticuteren, verwijder overtollig organisch materiaal en verbeter indien nodig de afwatering. Begroeiing die de luchtcirculatie belemmert en schaduw veroorzaakt, moet worden verwijderd of gesnoeid.
  • Zorg voor een evenwichtige bemesting die is afgestemd op de samenstelling van het gazon en de bodem. Voorzie de grasmat van voldoende stikstof zodat het gras goed kan groeien en beter bestand is tegen slijtage. Beperk het toedienen van stikstof in het najaar om te voorkomen dat planten langzamer gaan groeien en kwetsbaar worden ziekten.
  • Schaduw moet zoveel mogelijk worden beperkt door nabije begroeiing te verwijderen of, als dat niet mogelijk is, te snoeien. Dit geldt vooral voor begroeiing langs de zuid- en oostkant van het gras.
  • Voorzie de bodem van extra kalk (calciumcarbonaat) om een pH-waarde van 5,0 of meer te bereiken voor een gezonde groei van het gras.
  • Verwijder maaiafval om ophoping van organisch materiaal op de bodem zoveel mogelijk te beperken.
  • Vermijd te kort maaien gedurende een langere periode en vooral bij droog en warm weer om stress en verzwakking van het gras tot een minimum te beperken.
  • Voorkom schade/uitdunning van de grasmat door betreding van de grasmat zoveel mogelijk te verdelen. Ook dry patch/droogtestress dient vermeden te worden ter voorkoming van ziekten en vermindering van de grasdichtheid.
  • Probeer kale of uitgedunde plekken altijd zo snel mogelijk te herstellen om de groei van mossen te verminderen.
  • Goed geplande herstelwerkzaamheden in het najaar, met name doorzaaien, zullen de grasmat revitaliseren en de grasdichtheid doen toenemen, waardoor wintermos minder kans krijgt.